Minke Roelants
Praktijk voor Integrale Geneeskunde Homeopathie, Leefstijl en Voeding Lid NVKH Haal het beste uit jezelf
|
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
'Faalangst' Hij is 13 jaar en
zit samen met zijn moeder voor me. Hij heet Thijs en is een
"skater". Hij heeft een grote wijde broek aan waar kettingen aan
hangen; stoer en sportief, een leuke jongen om te zien. In het begin is hij
een beetje stug, een beetje stoer doenerig, hij
doet alsof er niets aan de hand is. Toch heeft hij wat last van 'faalangst'. Soms heeft Thijs
last van pijn in zijn buik en na wat langer praten vertelt hij dat hij bang
is dat hij niet in de groep wordt opgenomen. Het presteren op school drukt
zwaar op hem en ook het 'erbij willen horen' brengt de nodige stress met zich
mee. Op school heeft hij vaak een grote mond maar eigenlijk is hij veel
onzekerder dan hij zich voordoet. Vroeger, vertelde zijn moeder, was hij
thuis soms onmogelijk; de kleine dictator, maar op school een allergemakkelijkst kind. Lachend zegt ze: 'op school een
engel maar thuis ....'. Nu merkt ze dat
Thijs alles ervoor doet om mee te doen. Dat hoort er bij deze leeftijd ook
wel een beetje bij, maar die faalangst dat is toch wat minder. In de buurt
speelt Thijs graag met jongere kinderen. Dat heeft hij altijd al gedaan. Hij
houdt ervan om de oudste en de beste te zijn. Niemand mag weten dat hij zich
soms zo onzeker voelt; dat vindt hij een grote afgang. Hij wil juist 'cool'
zijn en er helemaal bij horen en dus gedraagt hij zich door zijn onzekerheid
juist extra stoer. Moeilijk soms om echt contact te maken, zegt z'n moeder.
Toch weten we wel: een grote mond en een klein hartje. Ook is er ontdekt
dat hij wat dyslectisch is. Vandaar dat het moeilijker gaat op school en dat
voedt ook weer die faalangst. 's middags rond
een uur of vier is hij helemaal op; dat duurt een uur en dan trekt het weer
wat bij. Thijs heeft ook een enorme behoefte aan zoet; een echte zoetekauw.
Met eten zijn z'n ogen groter dan zijn maag. Een vol bord schept hij vaak op
terwijl het al wat te veel is. Hij krijgt dan gauw een opgeblazen gevoel in
zijn buik. Alles bij Thijs is eigenlijk wat opgeblazen; hij gedraagt zich
stoerder dan hij eigenlijk is, hij kan ook prachtig overdrijven en
opscheppen, maar van binnen is zijn zelfvertrouwen niet groot. Dit alles is heel typerend voor een bekend homeopatisch middel wat bij uitstek geschikt is voor
faalangst. Het middel wordt vaak ingezet bij faalangst in de puberteit waarin
veel kinderen meedoen om erbij te horen en stoer doen maar eigenlijk onzeker
zijn; een grote mond hebben maar een klein hartje. Grappig is ook dat zelfs
de dyslectie typerend is voor het middel. Na het
middel komt Thijs veel lekkerder in zijn vel te zitten en maakt een hoop
minder fouten op school. |
|
|||||||||||||||||||||